woensdag 29 juni 2016

Wake up call

In de krant stonden mooie foto's van leeuwen. Ze werden getraind om in de toekomst te kunnen overleven in de natuur van Zuid-Afrika. De medewerkers van het opvangcentrum gebruikten een mooi instrument voor de training. Een stuk vlees was aan iets bevestigd en in beweging gebracht. Zo werden à la Pavlov de jachtinstincten in de leeuw weer wakkergeroepen.

Beschaving wordt vaak opgevat naar het model van domesticatie van dieren, bijvoorbeeld als disciplinering. Hier kon je zien dat ook het tegenovergestelde mogelijk is. Ik vraag me af hoe ver je komt als je dit dooranalyseert. Ik denk aan de Marseillaise met zijn snel stijgende figuur in de eerste regel, de Internationale qua tekst en melodie. Praktisch alle muziek van Skrjabin draait om de stijgende kwart, denk aan de derde pianosonate.

Een gedachte die het overdenken waard is, wat mij betreft, is dat de moraal heel vaak, zo niet altijd, de vorm aanneemt van een aansporing, een schop onder de kont. Daarmee is dan ook meestal zijn rol uitgespeeld. We manen de ander aan om eens goed na te denken over zijn gedrag en lijken te vertrouwen op het effect van ons gebod. Tegelijk weten we heel goed dat het effect minimaal en ultrakort is. Zodoende kun je zelfs denken dat de morele aansporing in feite werkt als de bevestiging van het gedrag van de ander. Hij weet dat wij weten dat de aansporing slechts een aansporing is.

De muziek beeldt deze grondstructuur op haar eigen wijze uit. De melodie begint met een jachtmotief, meestal stijgend, vaak een gebroken tonica-drieklank die herinnert aan de ventielloze jachthoorn. Via de dominant keert de melodie weer terug naar de grondtoon, meestal dalend. De gebeurtenis die in gang is gezet wordt daarmee ten einde verklaard, het is alsof er niets is gebeurd, alsof er alleen maar iets is passiert.

Misschien moeten we de dode prooi, inclusief het eten ervan, opvatten als de bezwering van deze passeerbeweging. Er is iets blijvends, iets tastbaars dat ons het gevoel geeft dat de jacht verbonden is met een transcendente kracht. Denk aan het jurkje waarmee de shoppende vrouw thuiskomt, het jurkje dat haar moet bewijzen dat er echt iets gebeurd is.

Ik kan me nog herinneren dat ik met mijn vader reed naar de boerderij van zijn schoonouders. Hij kreeg een geschoten konijn cadeau. Het dode dier hield me gezelschap op de terugweg, me aankijkend op de achterbank van de auto. Het was daarmee, door die ervaring, in zekere zin mijn jacht geworden, mijn jacht als emotionele en ethische ervaring, mijn wake up call.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten